HET BEGINT MET EEN A

Ik heb een plastic doosje.

Het is.

Tot aan de rand gevuld.

Ik neem er steeds.

Een handjevol.

Puzzelstukjes.

Uit.

Bekijk die.

Eén voor één.

En gooi het stukje dan.

In één.

Van de andere doosjes.

Er zijn er maar drie.

Eén voor die met donkergroen.

Eén voor die met zwart.

Eén voor die zonder.

Donkergroen of zwart.

Voor de zoveelste keer.

Moet ik even kijken.

Welk doosje.

Voor welke stukjes is.

Omdat ik.

Na 50 stukjes.

Nog steeds niet.

Zeker weet.

Welk doosje.

Waar staat.

Rechts?

Links?

In het midden?

En.

Voor de zoveelste keer.

Gooi ik de puzzelstukjes.

Daarna.

Toch.

Weer.

In het verkeerde doosje.

Niet de A van Alzheimer.

Maar die van.

Afantasie.



Reacties

Populaire posts van deze blog

MIJN TAAL-ENT

HET IS 1961, IK BEN 6