NIET DE FAMILIE DOORSNEE
Het is niet alleen autisme wat me van kleins af aan in de weg zit.
Het is ook het opgroeien in een gezin waar de antwoorden op vaak gestelde vragen niet gemiddeld zijn.
De zus van mijn vader gaat op haar 18e het klooster in.
Als ze één keer per jaar bij ons op bezoek is (vaker mag ze niet weg van Moeder Overste), rookt ze sigaretten en ze voetbalt met ons, gewoon in haar habijt.
Ik vind dat gewoon geweldig!
Als ik op school kom in een nieuwe trui vraagt de onderwijzeres of mijn moeder die zelf gemaakt heeft.
Ik zeg "Nee, mijn vader. Hij kan met vier pennen breien, met en zonder patroon."
Hij doet dat rustig aan tafel, voor het raam.
We wonen tegenover winkels en dus is het overdag een komen en gaan langs dat raam.
Sommige mensen kennen ons en steken hun hand of duim op.
Anderen kijken verrast of weten duidelijk niet wat ze er mee kunnen en moeten.
Mijn vader boeit het niet.
Mijn moeder nog minder.
Frank vindt alles goed en ik ben blij met een vader die niet in jongens of meisjes denkt maar gewoon doet waar hij blij van wordt.
Mijn moeder houdt van dieren zoals andere moeders van hun kinderen houden.
Ze begrijpt niets van de wereld om haar heen.
Ze weet alleen heel zeker dat onze katten van kipfilet houden en dus haalt ze dat een paar keer per week bij de slager.
Ze vraagt zich vaak hardop af waarom mensen op vakantie gaan.
Ze hebben dieren om voor te zorgen en ze hebben toch al een huis.
Waarom dan die dieren alleen laten en in een vliegtuig naar een ander huis gaan?
Alle dieren die weg moeten, mogen bij ons komen.
Een tijdje hebben we daarom twee oudere honden en vier zwerfkatten.
Als er iets met de dieren is, moet mijn vader er mee naar de dierenarts.
Zij durft niet.
Ze is ook heel bang voor vrachtwagens.
Die hebben veel teveel wielen, zegt ze.
Mijn vader mag ze nooit inhalen.
Dat doet hij soms wel.
Als er een dood dier op de vluchtstrook ligt.
Maar mijn moeder ziet dat altijd eerder en dus gaat hij harder rijden zodat hij echt niet kan stoppen.
Reacties
Een reactie posten